Vorig weekend ging de wintertijd opnieuw van start. De klok werd een uur achteruit gezet. Dat betekent dat het tijdens de avondspits donker is. Het is dus belangrijk om voldoende op te vallen in deze donkere periode. Mits de juiste kledij en verlichting, kan stappen en trappen op elk moment van het jaar. Wist je bijvoorbeeld dat je met lichte kledij zichtbaar bent vanop 50 meter afstand, met donkere kledij slechts vanop 20 meter afstand en met een fluovest vanaf 150 meter. Gebruik ook steeds de oversteekplaatsen voor voetgangers en maak oogcontact met automobilisten. We roepen automobilisten op om extra alert te zijn op de weg. En dat niet enkel in de winterperiode! Pas bijvoorbeeld het rijgedrag aan bij verminderde zichtbaarheid en vertraag altijd aan oversteekplaatsen en schoolomgevingen.
Daarnaast roept onze organisatie beleidsmakers op om te investeren in veilige voetgangersinfrastructuur.
Lees het volledige standpunt van Voetgangersbeweging
Tips & tricks om op te vallen in het verkeer
1. Kledij
Draag licht gekleurde kledij. Kies niet voor een donkere jas of pull, want autobestuurders zien je minder goed aankomen. Met lichte kledij ben je zichtbaar vanop 50 meter afstand. Met donkere kledij is dit slechts 20 meter! Wetende dat de stopafstand van een auto – reactietijd + remafstand – bij 30 kilometer per uur al 13 meter, is de keuze voor lichte kledij snel gemaakt. Voor een nóg betere zichtbaarheid draag je best een fluovest. Dan ben je zichtbaar op 150 meter.
2. Fietsverlichting
Controleer je fietsverlichting voor je je in het verkeer begeeft. Voldoet die aan de verplichte voorwaarden voor fietsverlichting?
- Een wit of geel licht vooraan aan de fiets en een rood licht achteraan. Beiden moeten zichtbaar zijn vanop een afstand van 100 meter. Het licht vooraan mag knipperen, maar mag andere weggebruikers niet verblinden. Het is verplicht het licht aan te zetten bij valavond en ’s nachts. Ook indien de zichtbaarheid minder dan 200 meter is, bijvoorbeeld bij mist, ben je verplicht je fietslichten te gebruiken.
- Een witte reflector vooraan en een rode reflector achteraan.
- Een witte reflector vooraan en een rode reflector achteraan
- Reflectoren op de pedalen, geel of oranje
- Reflectoren op de pedalen, geel of oranje
- Twee oranje reflectoren per wiel tussen de spaken en/of een witte, reflecterende strook aan beide zijden van elke band
Ga op tijd na of de verlichting voldoende werkt. Zorg steeds voor reservebatterijen of maak gebruik van verlichting met herlaadbare batterijen. Dan val je nooit zonder. Je kan ook gebruik maken van magneetlichten. Ze werken op een soortgelijk principe als een dynamo, waarbij een magneet en een spoel elektriciteit opwekken zonder batterijen. Dit systeem maakt gebruik van inductie: telkens wanneer de magneet die aan een spaak is bevestigd langs een spoel in het licht passeert, brandt het licht met een knipperend effect.
Ben je niet zeker van de lichtsterkte? Bij aankoop kan je terugvinden hoeveel lumen een lampje heeft. 50 tot 100 lumen is ideaal voor wegen met veel straatverlichting. Als je veel slecht verlichte wegen moet passeren, kies je beter voor een lamp van 100 tot 500 lumen. In volledig onverlichte buurten, heb je minimum 500 lumen nodig.
3. Fluorescerend & reflecterend materiaal
Er is een verschil tussen fluorescerend en reflecterend materiaal. Fluorescerend materiaal heeft UV-licht nodig en weerkaatst dus enkel het licht van de zon. Daarom is het belangrijk om overdag fluo-materiaal te dragen in het verkeer. Dan val je veel meer op, ook bij regenweer. Reflecterend materiaal daarentegen, weerkaatst het licht van andere lichtbronnen. Denk aan straatlampen of koplampen. Reflecterend materiaal is dus een hulpmiddel om als het donker is zichtbaarder te zijn.
Een fluohesje gebruikt beide types materiaal. Daarom is dit hesje ideaal voor zowel ’s nachts als overdag.
Bijkomend kan je allerlei andere extra fluorescerende en reflecterende materialen dragen of aan je fiets hangen. Enkele ideeën:
- Een fluo-harnas
- Een fluorescerende rugzakhoes of rugzakband (of een fluohesje dat groot genoeg is om over de boekentas te passen)
- Reflecterende armbanden
- Reflecterende handschoenen
- Reflecterende helmstickers
- Een fluo-helmovertrek
- Spaakreflectoren
4. Extra tips
- Neem geen risico’s, zeker niet bij slecht weer! Houd je aan de verkeersregels en wacht lang genoeg aan een zebrapad bij het oversteken, tot je zeker weet dat een auto stilstaat.
- Laat kinderen op de stoep langs de kant van de huizen lopen of fietsen indien ze jonger dan 10 jaar zijn. Zo scherm je hen af van het verkeer.
- Zorg dat de fiets volledig in orde is. Verzeker je ervan dat de remmen goed werken, zodat je in alle weersomstandigheden snel stoppen.
- Een fietsbel hoort bij de verplichte uitrusting van elke fiets. Ze moet hoorbaar zijn tot op 20 meter. Zo kan je andere strappers in het verkeer verwittigen
Test of je voldoende zichtbaar bent
Hieronder vind je enkele testen die je thuis of op school kan uitvoeren om na te gaan of je genoeg opvalt in het verkeer.
1. Is het voorlicht correct afgesteld?
Het licht vooraan moet voldoende fel zijn zodat je de omgeving in het donker goed kan zien, maar anderzijds mag het de andere weggebruikers niet verblinden.
Doe de test!
1) Zet je fiets op vijf meter afstand van een muur, met de voorste lamp wijzend naar de muur
2) Meet de hoogte van je voorste lamp
3) Zet de lamp aan en kijk hoe de lichtbundel op de muur schijnt
4) Meet hoe hoog de stralen komen. Is dit lager dan de hoogte van de fietslamp? Perfect! Komen de stralen hoger? Stel je fiets dan bij. Als de lamp te hoog komt, loop je namelijk het risico dat je andere weggebruikers verblindt.
2. Hoe zichtbaar zijn je fietslampen?
Is het voor- en achterlicht zichtbaar vanaf 100 meter?
Doe de test!
1) Zoek een plaats waar je 100 meter ruimte hebt en veilig kan staan om de test uit te voeren (een speelplaats, grote tuin, sportveld, turnzaal, lange gang, …). Voer de test ’s avonds uit indien je buiten bent, of kies een plek binnen waar je het donker kan maken.
2) Neem een meetlat en meet hoe groot de stappen zijn die je (of jouw kind) zet
3) Zet het voorlicht van je fiets aan en loop verder tot je het licht (bijna) niet meer kan zien
4) Loop de afstand terug tot aan je fiets en tel het aantal stappen dat je hierbij zet
5) Bereken hoeveel meter je hebt afgelegd (aantal stappen x de grootte van elke stap)
6) Is dit meer of minder dan 100 meter?
7) Herhaal de test met het achterste licht
8) Extra: test of je fietsbel vanaf deze afstand hoorbaar is
3. Hoe zichtbaar ben jijzelf?
Vanop hoeveel meter ben je in je gewone kleren zichtbaar in het donker? En met een fluohesje?
Doe de test!
1) Zoek net als bij de vorige test een plaats waar je 100 meter ruimte hebt en veilig kan staan om de test uit te voeren (een speelplaats, grote tuin, sportveld, turnzaal, lange gang, …). Voer de test ’s avonds uit indien je buiten bent, of kies een plek binnen waar je het donker kan maken.
2) Laat iemand met een zaklamp schijnen en loop zelf zo ver tot je (bijna) niet meer zichtbaar bent.
3) Hoe ver kan je gaan? Meet het na of op basis van het aantal stappen dat je hebt gezet (zie vorige test).
4) Draag je lichte of donkere kledij? Wat is de invloed hiervan op de zichtbaarheid?
5) Herhaal nu de test met een fluohesje. Hoeveel verder blijf je nu zichtbaar?
6) Herhaal de test eventueel met verschillende soorten kledij (licht, donker, fluorescerend, reflecterend, …)
In deze video kan je een gelijkaardige test in werking zien: Demonstratie zichtbaarheid – persmoment Flashion Designers – YouTube